37. WEST MY FRIEND, uit het west-Canadese Vancouver Island afkomstig, is een kwartet dat een mix vertolkt van indie roots en chamber folk. De band speelde in De Kleine Waarheid op zaterdag 16 april 2016. De vier leden zijn klassiek geschoold en met hun vierstemmige zang maakten ze direct veel indruk in Canada. Hun debuutalbum Place werd in 2012 tot ‘Roots Album Of The Year’ uitgeroepen bij de Vancouver Island Music Awards.
In 2014 verscheen hun tweede CD When The Ink Dries en hierop laten ze horen dat ze buiten de geijkte paden van de folkmuziek durven te treden. Het muzikaal palet op dit album varieert van intiem samenspel van de vier virtuoze muzikanten tot rijk georkerstreerde arrangementen en eigenzinnige songs: een snuf old world klezmer, een vleug Broadway showtunes, een teug bluegrass-samenzang, ingepakt middels fraai mandoline- en accordeonspel. Ten tijde van hun optreden in Zaandam was hun derde album Quiet Hum net uit.
“Canadiana” van de bovenste plank van een zeer veelbelovende band.
West My Friend bestaat uit Eden Oliver (zang, gitaar), Alex Rempel (mandoline, zang), Jeff Poynter (accordeon, zang) en Nick Mintenko (bas, zang). Het concert werd wel geplaagd door een op hol geslagen lichtinstallatie, zoals te zien op dat ene filmpje …
Beeld van het optreden van West My Friend
Snapshot uit de nieuwsbrief (2016)
Dit optreden haalde ik (Koen) op het tandvlees. Een hardnekkige buikgriep maakte dat ik de vijf voorgaande dagen volledig uit de running was. De gang naar De Kleine Waarheid die zaterdagmiddag was een eerste, wat wiebelige stap buiten de deur. Na afloop bedacht ik me ook nog eens: straal vergeten op het spiekbriefje van presentatoren Edvard en Wendy te vermelden dat we een volgende concert zouden hebben op 20 mei. Nou ja, dan leest u het hierboven alsnog.
Zo maakte ik me die avond grappig genoeg druk over hoe we in vredesnaam minstens honderd mensen gingen herbergen bij het optreden van Ernst Jansz in december, hetgeen werkelijk nergens op sloeg, want we zullen gewoon stoppen bij zeventig, dan is het (zo weten ook de boekingsagent en Ernst zelf) uitverkocht… daar we niet gaan proppen in de Kleine Waarheid die nu eenmaal inderdaad Klein is, zoals de naam zegt. Ook was ik plots om 20:15 – aanvangstijd – geluidsman Erik de Jong kwijt, die ik paniekerig ging bellen. Terwijl hij gewoon op zijn plek zat. Hierdoor begonnen we ietsjes later. Pardon. Het waren – nu wel koortsloze – naweeën van een energievretend virus. Als ik er wat witjes bijliep die avond, dat was de reden.
Na de pauze was ik ’t liefst weer richting bed gegaan, maar ja. De band maakte veel goed. Twee dagen ervoor speelde West My Friend nog op een honderd meter van metrostation Maalbeek te Brussel, waar eind maart een aanslag plaatsvond. Ze waren nog onder de indruk van dit “wat is de wereld eigenlijk klein” feitje. De aanstekelijke en virtuoos gespeelde folk-pop van West My Friend werd goed gepruimd door het publiek, dat zorgde voor een bij de band tot vreugde stemmende albumverkoop.
Disco
Een minpunt was het lichtsetje van zaal zelf, dat gedurende de eerste set bezig was met een nerveus verschieten van kleuren, alsof we met zijn allen in een discotheek zaten. Niemand van de aanwezigen op dat moment wist hoe het ding uit te zetten, zodat in de pauze de stekker er maar uit ging en geluidsman Erik (die gedurende de eerste set nog een handleiding van dit setje downloadde op zijn laptop, teneinde er op die manier achter te komen hoe het ding goed in te stellen, zonder resultaat overigens) een eigen setje lampen neerzette, dat tenminste niet constant van kleur verschoot. Alsnog excuses hiervoor, hoewel het de één kennelijk meer stoorde dan de ander.
Op gemaakte foto’s gedurende de eerste set hebben de leden van West My Friend dan weer tomaatrode, dan weer Hulk-achtige groene hoofden – dat laatste matchte overigens mooi met de kleur van mijn eigen hoofd, de dagen ervoor … dat dan weer wel.