89. Uit Dungiven, Noord Ierland komt de genre-overschrijdende en in awards grossierende zangeres CARA DILLON die zaterdag 18 februari bij ons speelde. Lange tijd was het stil geweest rond haar, maar sinds 2014 is ze weer actief. Ooit maakte Cara deel uit van folk-supergroep Equation. Kathryn Roberts & Sean Lakeman waren er lid van, alsook de andere Lakeman-broers: Seth en Sam. En met Sam trouwde Cara … en met Sam komt ze naar Zaandam.
Cara Dillon is zelf de eerste om toe te geven dat ze geen folk-purist is. Want ze wil muziek maken die de begrenzingen – die de traditie wel eens placht te dicteren – negeert. Ter illustratie: haar Black Is The Colour was een sensatie in de clubs van Ibiza club – in een techno remix van 2Devine. Elke avond is ze als afsluiter te horen bij de spectaculaire climax in Disneyland Parijs wanneer Come Dream A Dream daar door de speakers schalt. En in China is ze een wereldster: tot haar eigen niet geringe verbazing wordt een album van haar er als lesmateriaal gebruikt. Volle zalen heeft ze er vervolgens getrokken.
Ziekte (diabetes type 1) en de geboorte van kinderen – met name ook de combinatie van die twee zaken – maakten dat ze enige jaren noodgedwongen in de luwte doorbracht, maar in 2014 kwam ze terug, met het album A Thousand Hearts – met, op één nummer, achtergrondzang van een groot fan: The Eagles’ Timothy B Schmidt.
“Quite possibly the world’s most beautiful female voice” – MOJO
Beeld van het optreden van Cara Dillon
Snapshot uit de nieuwsbrief (2023)
Een jaar na de oorspronkelijke datum, die toen logischerwijze niet door kon gaan, gebeurde het alsnog. Cara Dillon keerde terug naar Zaandam. De laatste van een serie concerten die we maar een trio Greatest Hits noemen. Na eerder Altan (december) en Blowzabella (januari), om te vieren dat we dit weer konden doen.
Elk concert had ruwweg 30% minder publiek dan die (uitverkochte) eerste keren. Hetgeen uitstekend illustreert wat ons post-corona, en in voor velen economisch zwaar weer, parten speelt (en op de lange duur, mogelijk, zal nekken), maar we roeien met de riemen die we hebben.
Ook al hebben we het balkon niet opengegooid, het was goed druk bij Cara Dillon. Met behoorlijk wat van haar “eigen publiek”. Ook waren er aardig wat voor ons onbekende namen op de reserveringenlijst, die soms van heel ver kwamen (waaronder Duitsers en Belgen).
Consternatie
Ondanks de lange dag die ze achter de rug hadden – ze kwamen speciaal vanuit Somerset over voor ons via Heathrow – waren ze zelfs precies op de minuut paraat (dat is wel eens anders!). Daardoor verliepen de voorbereidingen zeer gladjes. Zo glad, dat er wel iets mis móest gaan. Dat gebeurde ongeveer twintig minuten voor de deur openging. We wilden de belichting instellen; een formaliteit. Er klonk vanuit de spotjes een brom en een kraak en toen deed niets het meer.
Consternatie: moeten we nou dit concert gaan doen met het klinische zaallicht aan? Of helemaal in het donker met een kaarsje of zo? Zaalbeheerder Moon belde een technicus die van de hoed en de rand weet van deze belichting, en een grote reset – met een paar minuten wachttijd – zou the magic trick moeten zijn. Zo bleven we nagelbijtend in die nog lege zaal staan terwijl de foyer vol liep. Maar voilà, het werkte. De deur kon open. U merkte er niets van.
Wat te zeggen over de als een engel zingende Cara, en haar geweldig begeleidende echtgenoot Sam Lakeman (vleugel, gitaar)? Sommige concerten hebben dat vleugje magie. Een bezoeker zei dat hij dit het beste Roots aan de Zaan concert vond van degenen die hij bezocht had. Een ander ging een stap verder en schreef na afloop dat dit daadwerkelijk het beste concert was dat hij ooit had bezocht. Dat ging wellicht wat te ver, maar alles klopte. Waarbij het bijna voelde alsof ons eerdere belichtingprobleem een waarschuwing was. Want er hoeft maar dít te gebeuren of er valt het één en ander in het water!
Prachtstukken
Diverse prachtstukken uit haar oeuvre kwamen uiteraard voorbij, maar Cara en Sam zijn bezig met een nieuw albumproject (met boek) waarin poëzie een belangrijke rol speelt, als in: gesproken woord. Op papier lijkt dat wat krom: zo’n nachtegaal die vervolgens niet zingt, maar voordraagt? Er waren echter mooie voorbeelden met een fraai arrangement van Sam, en waarbij het gedicht ook gaandeweg een song werd.
Met veel nazitters werd het nog vrij laat, ook al hadden Cara en Sam de volgende ochtend om 07:00 (!) een vlucht terug. Ik liep nog even met hen naar de auto. We praatten over covid: Sam heeft het stevig gehad en ervaart nog naweëen; Cara onsnapte er wonderwel aan. Ze vroegen of ik ermee te maken heb gehad. Daar ik bijna het loodje legde op de IC tijdens de eerste golf, was het antwoord natuurlijk ja. We hadden het over de levendige dromen daar.
Wat was de droom die me het meest bijbleef, vroeg Cara. Ik antwoordde: die waarin een mogelijk Surinaamse oude broeder twee opeenvolgende nachten mijn kamer inkwam. Naast me ging zitten, mijn hand vasthield en ging bidden in een taal die ik niet verstond. Toen ik weer kon praten, vroeg ik waarom ik die man die in de nachtdienst zat niet meer terug had gezien. Wat bleek, tot mijn stomme verbazing: die broeder bestond helemaal niet, enkel in mijn droom. Ik zie hem nog voor me.
Cara’s mond viel open. Sam zei “ooh, she loves this kind of thing!”. Ze fluisterde, in dat fraaie Ierse accent: “You… are being watched over” (“you” klonk in dat accent als “ju”!) en tegen middernacht op die donkere parkeerplaats kreeg ik een warme omhelzing van Cara. En ja, dat was een mooi moment na een magisch en memorabel concert.