Boys of the Lough

Boys of the Lough

77. Vijf decennia (en zeventig tournees in alleen al de VS) in de broekzak. En op vrijdag 13 december 2019 was daar een eenmalig concert in Nederland, waar anders dan bij Roots aan de Zaan: de Iers-Schotse formatie BOYS OF THE LOUGH is een instituut in de traditionele muziek. Het stempel Celtic Music is zo ongeveer door deze band vervaardigd.

De Ierse en Schotse tradities komen tot leven door deze doorgewinterde, virtuoze muzikanten, en elk lid tapt uit het vaatje der eigen (gevarieerde) wortels. 

Drie Ieren en een Schot: uit County Kerry komt Brendan Begley (accordeon, melodeon, zang), vanuit County Fermanagh is daar medeoprichter Cathal McConnell (fluit, zang), gitarist Garry o’Briain komt uit County Clare en een afgezant uit het verre Noorden – Shetland – is violist Kevin Henderson. Cathal is lid van het eerste uur van deze band, waarvan ook o.a. Dick Gaughan (in een pril begin) en de eveneens uit Shetland afkomstige Aly Bain (ruim dertig jaar lang) deel uitmaakten.  

Eenieder is ook nu een uitblinker op zijn instrument, als ensemble bereiken ze grote hoogten met hun natuurlijke, eerlijke manier van spelen, zonder elektrische instrumenten: dit is Iers/Schots – of zoals dat met een modern woord dus schijnt te heten, Celtic (soms ook met een vleug aan Noord-Amerikaanse tradities) – op zijn puurst. Soms melodieus complex, maar niettemin toegankelijk: verwacht geen stoffige museumstukken. De humor en interactie met het publiek mogen er ook best wezen, zoals eigenlijk wel te doen gebruikelijk in deze muziek: de knipoog is nooit ver weg. 


Beeld van het optreden van Boys of the Lough


Snapshot uit de nieuwsbrief (2019)

Het 77e Roots aan de Zaan concert had wat voeten in de aarde. Ook al was de uiteindelijke act die er stond reuze gemakkelijk geboekt. Maandenlang hadden we de Hongaarse topgroep Muzsikás op deze datum staan. Maar een halfjaar geleden bleek de animo hiervoor bizar genoeg zó gering dat we de stekker eruit trokken. Van al onze op dat moment gepubliceerde concerten had dit optreden met afstand de minste reserveringen. Terwijl het zo ongeveer de duurste act ooit zou zijn geweest.

Rekenend op een volle bak, bleek er in de aanloop dus slechts mondjesmaat interesse. We zagen dit fout gaan, met een potentieel dramatisch financieel gevolg voor Roots aan de Zaan. Dan maar op veilig, was de gedachte. Iers ligt altijd wel lekker bij het Nederlandse publiek. Bovendien is Boys Of The Lough is een fraaie naam, ook al betrof het geen eerste keus. Want nadat Muzsikás wegviel zou The Rails deze dag gespeeld hebben, maar agenda’s matchten uiteindelijk niet.

Teveel Iers?

Boys Of The Lough dus. Mooie band. Wat gebeurde? Net zo weinig reserveringen. Ja, er komen voldoende reserveringen binnen, maar… alles is voor de twee concerten hierna. Waar ligt dit aan? Schiet ons lek, er valt soms geen peil op te trekken. Ik vermoed een combinatie van nu opeens teveel “Iers”. In het originele programma zouden we dus vrijdag de 13e muzikaal heel ergens anders, want in Hongarije, hebben gezeten. Nu was dit het derde Ierse concert van de vier die we na de zomer organiseerden. Daarbij was de prijs per kaartje ook nog eens relatief hoog met € 25.00. Maar ja, de band -van enige naam- dient ook betaald én overgevlogen te worden. Men kan ook nog eens mogelijke bedenkingen hebben bij een Boys Of The Lough zonder (o.a.) Aly Bain, dit is tenslotte een groep waar bandleden door de jaren heen kwamen en gingen.

Sympathiek aanbod

Al met al verwachtten we een volle zaal en bleek deze iets meer dan 1/3e gevuld. Net genoeg om er niet helemáál triest van te worden. Maar dit verdiende meer, en zo bleek: de thuisblijver kreeg inderdaad ongelijk. Eén en ander had ik uiteraard van tevoren al gecommuniceerd met de band. Ik had hen de keuze gegeven er eventueel uit te stappen vanwege tegenvallende kaartverkoop. Ze wilden toch graag komen, waarbij het uiterst sympathiek aanbod kwam om financieel wat water bij de wijn te doen.

Dus we deden het maar, en we zagen het concert gewoon als iets exclusiefs voor een select publiek. Waarbij wij het jaar dus toch (net) níet in de verwachte rode cijfers eindigen. Ook niet in groen overigens. We halen de nullijn, zij het met hulp van sponsors en subsidie. En dat is prima.

Verdienen meer

Dat is een lang verhaal waarbij er niet veel meer overblijft voor het optreden zelf. Zij die er waren hebben genoten. Drie oudere heren en een jonge hond. Shetland fiddler Kevin Henderson was nog niet geboren toen de “Boys” startten, en neemt de band op sleeptouw. Oerlid Cathal McConnell is een meester op de fluit. Wat minder qua aankondigingen, maar dat maakt het ook wel weer aandoenlijk en authentiek. Hij is 75 jaar en hij doet het toch maar.

Brendan Begley is op accordeon en melodeon af en doe als door de duivel bezeten. En dan juist weer volkomen zen als hij in Gaelic zingt. Gitarist Garry o’Briain – doublerend op de vleugel – oogt met zijn hoedje en in zwart- en grijstinten ietwat als Leonard Cohen. Bescheiden maar vitaal in de band. Het was mooi. Ze verdienden meer publiek, maar het is niet anders.

Soundcheck Boys of the Lough
Erik overziet de soundcheck
Scroll naar boven