100. Met Joe Broughton’s Conservatoire Folk Ensemble haalden we op zaterdag 25 mei 2024 – voor Roots aan de Zaan editie 100 – de meest omvangrijke folksensatie uit Engeland onder directie van één van de bekendste Engelse folkmuzikanten voor het eerst naar Nederland.
Joe Broughton was lid van The Albion Band en maakt deel uit van The Urban Folk Quartet (dat in 2018 ons eerste lustrumconcert verzorgde). Ook is hij lector folkmuziek aan het Conservatorium te Birmingham. Als componist, arrangeur en multi-instrumentalist is hij bewierookt voor het aangaan van eclectische fusies tussen folk en andere muziekgenres (zo was hij ook sidekick van o.a. Joss Stone). Verder is hij de drijvende kracht achter zijn Conservatoire Folk Ensemble én notoir anti-Brexiteer.
Zo heeft hij eerder met een buslading orkestleden Het Kanaal overgestoken met als doel energieke livemuziek in te zetten als solide bindmiddel in zijn strijd voor Europese samenwerking en eenheid. Dat bracht het Ensemble in 2019 tot een uniek concert (doorspekt met spoken word bijdragen van een jonge Britse generatie) tot het Europees Parlement. Gevolg: menig weggepinkt traantje en staande ovaties.
Verbindende en aanstekelijke EU-folk anno 21ste eeuw, groovy gefuseerd met jazz, rock, funk, hip-hop, ska, reggae, klassiek, house, dub, Oost-Europese tot Aziatische invloeden en Afro-beats. You name it – they got it, in een spetterende show waarin ze er liever het plezier van laten afspatten dan zichzelf al te serieus te nemen. Joe stelt alvast minstens veertig jonge honden in het vooruitzicht: vijftien blazers, vier cellisten, vijf percussionisten, drie elektrisch gitaristen en overig jong muziektalent, en van een deel van hen zullen we ongetwijfeld in de toekomst nog gaan horen.
“You MUST, MUST see this to understand just how fantastic it is” – muziekblog The Sentinel
Beeld van het optreden van Joe Broughton’s Conservatoire Folk Ensemble
Snapshot uit de nieuwsbrief
Veni, vidi, vici. Ik kwam, ik zag, ik overwon: Julius Caesar zei het ooit. Jaren later kon Joe Broughton hetzelfde zeggen, na afloop van een driedaagse tour met in totaal vier en veertig muzikanten. Was ik vantevoren licht zenuwachtig? Ik zou liegen als mijn antwoord ontkennend was. Want: waar begonnen we aan? Tot nu toe was de grootste band die we hadden het achtkoppige Home Service (2017). Dit was er niet zomaar ééntje meer. Dit was een veelvoud.
Kort nadat The Urban Folk Quartet (met diezelfde Joe) bij ons speelde, in maart 2018 – ons lustrumconcert – suggereerde hij de komst van The Conservatoire Folk Ensemble, een fluctuerend gezelschap van conservatoriumstudenten – Joe doceert op het Birmingham Conservatoire – dat op Britse podia en festivals een graag geziene gast is. Waarom niet? Leuk! En plannen werden gesmeed, maar het moest toen (eind 2019) samenvallen met een gepland anti-Brexit optreden (“not leaving quietly!”) in het Europees Parlement in Brussel. Helaas was onze zaal de enige dag dat het kon niet beschikbaar; er was geen mogelijkheid tot schuiven en we zouden het later nogmaals proberen. Daar er in 2020 “iets tussenkwam” werd dat héél veel later, tot er in de verte een moment kwam waarbij wij ons 100e concert zouden hebben. Zou dát dan niet een mooi moment zijn?
Eigenlijk was het snel voor de bakker. Jos van Groeten Uit Oisterwijk was ook direct om, en uiteindelijk was er nog een bevriende concertorganisator uit het Duitse Lüdenscheid die mij berichtte: “in mei 2024 bestaan we 25 jaar, wat heb jij eigenlijk die maand?” en die haakte vervolgens ook direct aan. Gevolg: drie snel geregelde, aaneengesloten en bereisbare optredens. Leuk op papier!
Maar toen kwam het allemaal veel dichterbij. Hoe gaan we dat in vredesnaam doen, zoveel muzikanten? Het was Joe zelf die constant berichtte: “don’t worry”. Ze weten wat ze doen, ze doen dit vaker. Ook in kleine zalen? Ook in kleine zalen! Maar eten? En slapen? Hoe dan? “Don’t worry”. Dus dat deed ik dan ook maar niet meer.
Aanvankelijk was de kaartverkoop ook nog eens beroerd, maar dat trok in de laatste anderhalve maand goed aan (het zal je toch overkomen dat er meer mensen op het podium staan dan in de zaal zitten. Gebeurde gelukkig niet!). En toen was het zo ver.
Ja, en toen verscheen er (exact op de afgesproken tijd) geen aftands busje, of enkele auto’s, maar een heuse touringcar, die eenmaal geparkeerd leegstroomde: een schier oneindige rij piepjonge muzikanten, eigenlijk een schoolreis. De bus kon de draai niet maken richting eigen parkeerplaats: de onvolprezen Moon van FluXus regelde vervolgens (connecties!) dat de bus op het terrein van de tegenover gelegen Bullekerk kon staan. Al vrij snel werd er gesoundcheckt en wisten we: dit wordt héél speciaal.
Het grootste probleem(pje) dat we ondervonden was, dat de vijftig (!) pizza’s die geleverd zouden worden door de naastgelegen pizzeria, gebracht werden daar waar de bus stond. En dat was bij die Bullekerk. Pas na een kwartier werd de vergissing ingezien en kwamen alle dozen alsnog op de juiste plek terecht, zij het een stukje kouder dan de bedoeling was. Culinair was dat dan niet zozeer een hoogtepunt. Nouja: ze zijn toch allemaal opgegeten: men verhongerde niet.
De zaal liep lekker vol; er was wel een Engels stel dat zich voordeed als “relatives” die enkel het eerste nummer even wilden zien, maar een kaartje hoefden ze niet. Wij: nouja, één nummer dan. Namen ze vervolgens de middelste plaatsen van de voorste rij in. Na het tweede nummer werd dit ongemakkelijk, en na het derde nummer hebben we hen vriendelijk doch dringend gevraagd te vertrekken, hetgeen ze deden, en de rest van het concert waren de beste plaatsen in het midden vooraan dus onbezet. Wat denken zulke mensen nou helemaal? If you read this, just buy the bloody ticket!
Overigens hadden we nog the Ensemble Light versie. Op grote podia kan het gezelschap uitdijen tot het dubbele. Dat zou wat veel van het goede zijn geweest in onze kleine locatie. Al met al paste het best lekker, met dank aan ons brede en ook (indien nodig) ‘diepe’ podium.
Het enthousiasme was geweldig en aanstekelijk. Iedereen had er duidelijk zin in. Opvallend was, hoe gevarieerd de hele set was: dampende ensemble-stampers werden afgewisseld met toch heel verstilde momenten – zo was daar plotseling een vocaal bluegrass trio, of een akoestisch nummer dan dame-met-gitaar, enkel begeleid door een cello. Ook een Amerikaanse gospel kwam voorbij in de vorm van een bevlogen Go Down Moses, door de jonge Isaac geleid: eerst a capella, daarna met roffelende percussie, gedreven snarenwerk en sterke blazerspartijen. Knock-out van de eerste orde.
En tegelijk denk je: wat is hun toekomst? Brexit heeft internationaal spelen dan wel niet onmogelijk gemaakt, dan toch wel zeker bemoeilijkt. Daar komt bij: muzikanten moeten het toch best van hun CD verkoop hebben, en zoals Joe Broughton schetste: stel je voor, iedereen in deze zaal koopt een CD. Dan levert het de muzikant net zoveel op, als iets rond de biljoen streams op Spotify, en ondertussen is de aanstichter daarvan miljardair. Het is, soms, te triest voor woorden.
Maar van triestheid niets te merken deze avond. Na een staande ovatie kwamen ze terug, hoewel ze nog lang niet allen de kans hadden gehad van het podium af te komen, om Fiddle Castro’s Return To Galway in te zetten, stampende salsafolk waarbij de muzikanten zich mengden onder het publiek en het dak eraf knalde. Zaandam bleef grotendeels onwetend, want de krant kwam niet bij onze nummer honderd (bij mijn weten is de enige aandacht die van onvolprezen lokale nieuwsvoorziening De Orkaan geweest middels een podcast, waarvoor ik een week eerder in de studio diende te verschijnen!). Maar zij die er waren zullen dit niet snel vergeten. Wij zeker niet.
Na afloop vertrok men al snel volgens plan naar het naastgelegen café, waar een sessie bezig was, en enkele Ensemble-leden gingen nog daar eens rustig verder musiceren. Moon en ik togen naar de kleedkamers, het ergste vrezend (want bijna vijftig jonge Engelsen: wat kan er mis gaan?) om daar geconfronteerd te worden met een compleet schoongemaakte ruimte, alsof er helemaal niets was gebeurd. En zo konden ook wij nog even mee naar het café, waar we met de onvolprezen leider Joe Broughton proostten op een zeer geslaagde avond, op de nummer honderd, en op de toekomst. Ook op die van de magnifieke jonge muzikanten onder zijn bezielende leiding.
Yes, we can.